WO II en de penitentiaire beginselenwet van 1954
De Duitsers houden Nederland bezet en sluiten iedereen op die zich daartegen verzet. Onder de verzetsmensen bevinden zich politici, rechters en hoogleraren. Zij komen in de Nederlandse gevangenissen met het cellulaire systeem in aanraking. Zo ondervinden zij zelf hoe onmenselijk dit systeem was.
Na de oorlog zorgen zij ervoor dat er een commissie wordt ingesteld om te onderzoeken wat er allemaal zou moeten veranderen in de gevangenissen.

Een nieuwe gevangeniswet
In 1954 wordt er een nieuwe wet aangenomen: de Penitentiaire Beginselenwet. In deze wet zijn de rechten van een gevangene geregeld. Dankzij de Beginselenwet heeft iedere gevangene voortaan recht op sport, onderwijs, bibliotheekbezoek, arbeid, recreatie, sociaal werk en reclassering (hulp bij terugkeer in de maatschappij).
Ook kan er niet meer zomaar iemand helemaal alleen
worden opgesloten.


De gemiddelde strafduur is ongeveer twee jaar.
